De Zeven pilaren

 

Gezamenlijke aandacht

 

De dag van de leerlingen begint altijd met een socratisch gesprek. De oefening van gezamenlijke aandacht is een van de pilaren van de Tribe. In dit gesprek is een veilige discipline gerealiseerd zodat kinderen alles ter sprake willen en kunnen brengen. In de socratische dialoog leer je te luisteren, samen te denken, moeilijke vragen te ontleden en bovenal leer je dat wij gezamenlijk kennis kunnen voortbrengen. Bij bijvoorbeeld een vraag als ‘Wat is het verschil tussen een mens en een dier?’ blijkt – uit onze ervaring – dat kinderen veel creatieve en waardevolle inzichten kunnen inbrengen en dat ze kennis kunnen ‘produceren’. Deze kennis van kinderen kan een getrainde filosoof direct verbinden aan verscheidene posities in de academische filosofie.    

In de Socratische gesprekken worden waarden als zelfrespect, zelfvertrouwen, ruimte om te denken, ruimte voor afwijkende meningen, taalgevoel, verbeeldingskracht en creativiteit, gepraktiseerd.

Resultaten van de socratische gesprekken worden altijd vastgelegd in de gezamenlijke data base van de Tribe. Kinderen kunnen resultaten van eerdere dialogen inzetten voor hun eigen onderzoek of voor hun eigen dialogen.

Verhalen en karakter

 

Een tweede pilaar van de school wordt gevormd door een groep significante persoonlijkheden. Dit kunnen ouders zijn, leerkrachten, jongeren, relaties van ouders of vrijwilligers. Deze voorbeeldpersoonlijkheden kunnen op verschillende wijzen betrokken zijn bij de school. Ze kunnen participeren in dialogen, in projecten en in gewone lessen; elke week is er op vaste tijden ruimte voor het uitgebreid luisteren naar het ‘verhaal’ van een van hen.

Ons leven kan je opvatten als een verhaal, met een inleiding en verschillende hoofdstukken. De voorbeeldverhalen van anderen inspireren de kinderen om ook hun leven als een verhaal te zien dat ze deels zelf kunnen ‘schrijven’.

In de dimensie van verhalen passen ook de verhalen uit de kinderfilosofie en uiteraard alle (kinder)literatuur en artistieke uitingen als film en theater. Ook kunnen verhalen gebruikt worden om persoonlijke toekomsten te ontwerpen: ‘Wat en wie wil ik worden?’

Voeding en natuur

 

Voeding speelt een centrale rol binnen de Learning Tribe. De rituelen rondom het eten maken duidelijk dat we met deze vitale waarde ook betekenis geven aan de groep en aan de gemeenschap. Het ritueel geeft betekenis aan wat we met elkaar doen. In plaats van snel een hap weg te slikken nemen we de ruimte voor onze gezamenlijke aandacht voor het voedsel. Kinderen participeren in de tuinen, in de voorbereidingen en in het koken zelf. Kennis over ons voedsel, over de geschiedenis van onze voeding en de waarde ervan voor ons lichaam maken allen deel uit van het programma. Natuur is sterk verbonden met voedsel; in alle activiteiten van de Tribe ligt het accent op een betekenisvolle relatie tussen kind en natuur.

 

 

Lichamelijke activiteit

 

Lichamelijke activiteiten zijn een dagelijks terugkerend ritueel: sport, mediatie, dans en spel zijn allen gericht op het ontwikkelen van lichamelijk zelfbewustzijn dat sterk ontbreekt in onze cultuur. Bewegingen en experimenteren met bewegingen is tegelijkertijd een mentale activiteit. In onze taal zijn veel begrippen gerelateerd aan lichamelijke acties. Geest en lichaam zijn niet gescheiden, we spreken dan ook van een embodied mind waarbij we nadrukkelijk de neurowetenschap als inspiratiebron nemen. Intelligenties worden gestimuleerd door dynamische en lichamelijke activiteiten. Het lichaam en haar zintuigen bepalen onze interactie met de natuur; intensieve zintuiglijke omgang met de natuur stimuleert potentiële capaciteiten die opgesloten liggen in het lichaam. We zijn binnen de Tribe meer gericht op Merlau Ponty dan op Descartes.

Onderzoek

 

De vijfde pilaar is het exploreren van de wereld door eigen experimenten, of via het naspelen van andere onderzoeken en voorbeeld figuren. Onderzoek kan trans-disciplinair zijn, maar kan uiteraard vallen binnen de klassieke indelingen van vakken als natuurkunde, biologie, scheikunde, sociologie, geschiedenis, aardrijkskunde etc.    

Teneinde goed onderzoek te kunnen doen zijn bepaalde basisvaardigheden gewenst zoals rekenen, schrijven, programmeren en ontwerpen. Deze vaardigheden worden nauwkeurig aangebracht middels interactieve programma’s. Meer complexere onderzoekjes eisen meer vaardigheden, alle onderzoekjes worden dan ook ingeschaald naar niveaus gerelateerd aan de vaardigheden.

Leerlingen mogen ook zelf onderzoeken bedenken (‘Kunnen bomen denken?’). Doel is om het kind steeds uit te dagen tot de volgende exploratieve activiteit. John Dewey is de filosoof die hierbij past.                        

 

Schoonheid

 

Een lustvol onderdeel van de Tribe is het leren genieten van schoonheid. Dit kan bestaan uit tekenen, boetseren en schilderen, maar ook verhalen van kunstenaars en hun praktijken kunnen de kinderen inspireren om schoonheid te ervaren. Gevoel voor kwaliteit is belangrijk om het  consumentisme in o.a. social media kritisch te kunnen beoordelen. Het leren waarderen van de schoonheid van de natuur is ook een belangrijk aspect binnen de Tribe. Betekenis leren geven is één van de kernwaarden van de Tribe, artistieke vaardigheden zijn daarvan een voorbeeld. Muziek, dans, drama en film vormen belangrijke ervaringen van de Tribe. Michel Onfray benadrukt de ontwikkeling van een esthetisch hedonisme.

Waarden

 

De zevende pilaar van de Tribe is de capaciteit om jezelf te motiveren tot handelen conform je waarden. Het is de kroon op het leerproces: jezelf kunnen beoordelen en jezelf kunnen disciplineren. Het is een vorm van intrapersoonlijke intelligentie, zoals ook de aansporing van het orakel van Delphi “Ken U zelve”. Veel psychologen en filosofen kunnen hier genoemd worden: Seligman, Bandura, Gardner, Nietzsche en Foucault.